Denkend aan Holland
zie ik horden studenten
gratis per trein
door het laagland gaan.
Denkend aan Holland
hoor ik een scholier in
verbasterd Nederlands
als was hij Marokkaan.
Denkend aan Holland
zie ik door blauwe wallen bedijkt
stromen meanderen
door de rivierdelta der
rood geaderde ogen
van garnaalstonede pubers
de wangen ingevallen
tot ver beneden NAP.
Denkend aan Holland
zie ik Deltawerken
van wetten en regeltjes
de vaart der volkeren
kanaliseren tot
welvaartsstaat.
Denkend aan Holland
- nooit te warm, nimmer te koud -
nip ik gematigd
van mijn met bijstand betaalde
fles lauw Heineken.
Denkend aan Holland
denk ik: alles is hier
voor niets.
(N.B.:
nimmer schreef de dichter Stefan van Hoek met "nip ik gematigd" een
verder van de werkelijkheid verwijderde strofe. "The man's got a big
appetite for everything," luidde een commentaar in de Britse
kwaliteitspers, wat hij dan ook maar weer bij elkaar verzonnen had. Was hij daarmee een frauduleuze rekel of een fictionalist in het diepst van zijn gedachten en -dragingen?)