EIGEN SCHULD, DIKKE BULT
“Een catastrofale symbiose tussen hype-kapitalisten aan de top en de weinig kritische massa aan de basis”
Vrij vertaald: Een systeem van graaiende rommelhypotheekverkopers vereist mongolen die zich rommelhypotheken in de maag laten splitsen.
WIJSGERIG
“Ik heb filosofie gehad op school, maar wat heb ik daaraan als ik moet werken in de keuken van een hamburgerketen?”
Niets als je bij filosofie niet is geleerd dat een Whopper 1000 maal beter smaakt dan een Big Mac.
REFORMATORISCH OPGEVOED
“We wisten weinig van de buitenwereld, behalve dat die boos en gevaarlijk was, en dat de vrouwen er broeken en oorbellen droegen.”
En je soms blinddoekten en vervolgens vastbonden aan het bed, waarna ze allerlei buitennissigheden met je uithaalden. Best geinig, nu ik er weer eens aan terugdenk.
TOT DE KERN KOMEN
De zwartepietendiscussie kan me gestolen worden.
Maar dat Zwarte Piet door schoorstenen moet kruipen die in wildverband in plaats van halfsteensverband zijn gemetseld, is ronduit onverteerbaar.
OVERAL IDIOTEN
'In Nederland keken 2 miljoen mensen naar een journaal over de intocht van een hoogbejaarde man in excentrieke kledij, van wie kinderen vanaf de leeftijd van een jaar of 6 al weten dat hij niet echt bestaat.'
ONBEDACHT
“Dan was er de begrafenis van de laatste, nog dementerende paus in Rome. Een hele exodus ontstond vanuit Urk,” schrijft Yorgos Dalman in het verhaal 'Zijn God was een mens' uit de bundel 'De vrouw in de kamer'.
Ik gun iedere fictieschrijver zo veel mogelijk fictie, maar als ik lees dat inwoners van Urk – de meest kerkelijke gemeente van Nederland; circa 90% van de bevolking is lid van een kerkgenootschap; alle kerkgenootschappen zijn van protestantse signatuur – op bedevaart naar het Vaticaan gaan, vrees ik dat er sprake is van een dermate overdaad aan fictie dat we gerust mogen spreken van science fiction tot de vierde macht en dat zowel de auteur als zijn beide eindredacteurs iets over het hoofd hebben gezien.
EEN SLIMME VENT
Niet slechts wil de herbergier nu dat ik de tafels en stoelen op het terras neerzet, met een sopje kuis, er asbakken en de wijn- en bierkaarten op zet en er – als het hout eenmaal is gedroogd – viltjes op leg (op nat hout trekken de viltjes onmiddellijk krom en dat moeten we niet willen met zijn allen), nu is er ook met pen een soort graffiti op de tafels gezet. Of ik die even wil verwijderen.
Ik zeg hem de vlakschuurmachine tevoorschijn te halen, maar hij staat erop dat ik het eerst sec (nou ja, 'sec' is in dit geval vanwege de vochtigheidsgraad niet helemaal het juiste woord) met een sopje en een schuursponsje tracht te verwijderen.
Veel druk op het houten oppervlak uitoefenend lukt het me tot mijn verbazing de krabbels te verwijderen. 'Dat is nu te danken aan de gigantische kracht die ik in mijn schouderpartij weet te ontwikkelen,' vertel ik de herbergier, die naast me staat toe te kijken.
'Het is hier net een fitnessclub,' antwoordt hij slechts.
Natuurlijk. Vanuit dat oogpunt had ik het nog niet bezien. Ik kom hier om te trainen. Iedere keer weet hij het weer zo te draaien dat het lijkt alsof ik hém iets verschuldigd ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten