Architect
Pierre Cuypers was verantwoordelijk voor de ontwerpen van onder
(veel) meer het centraal station en Rijksmuseum te Amsterdam én
Kasteel de Haar te Haarzuilens. Bovenal zou hij echter de
geschiedenis in gaan als de uitvinder van de hipsterbaard. Een
gezichtsbeharingsdracht die begin jaren zeventig van de vorige eeuw
werd geherintroduceerd door de zich "Vader Abraham"
noemende Pierre Kartner. Kartner ontwierp weliswaar geen
architectonische iconen, maar het was hem wél gegund om als een van
de zeer weinige mensen op deze aardbodem samen op te treden met
kleine blauwe wezentjes, genaamd 'De Smurfen'. De Smurfen waren
veelal uniform geklede en zéér op elkaar gelijkende schepseltjes,
die weldenkende mensen het bloed vanonder de nagels haalden met hun
irritant stemgeluid. Eén van De Smurfen permitteerde het zich door
het leven te gaan met de door Cuypers ontworpen hipsterbaard. Hij
werd 'Grote Smurf' genoemd. Grote Smurf onderscheidde zich niet
slechts wat betreft baard van de overige Smurfen. Waar zijn
medeschepselen een witte muts en broek droegen, waren deze
kledingstukken in het geval van Grote Smurf rood.
Pas
aan het begin van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw
kreeg Cuypers' gezichtsbeharingsdracht opvolging binnen brede lagen
van de bevolking, die uit sociaal-maatschappelijk oogpunt voor het
gemak (en dus uit luiheid) werden geschaard onder de verzamelnaam
'hipsters'. Cuypers' opvolger als Nederlands sterarchitect, Rem
Koolhaas, zou zich tot aan zijn dood rebels blijven afzetten tegen
zijn voorganger en ongeveer geheel haarloos door het leven gaan.
(Bron:
dat spul in mijn hoofd genaamd 'hersenen')
Geen opmerkingen:
Een reactie posten