Water
blijkt de opdrachtgever voor de aanslagen met explosieven op panden
van Vlaardingse loodgieter te zijn.
Water kon het niet
verkroppen dat de loodgieter telkens lekken in leidingen dichtte waar
water zijns weegs wilde gaan. Water wilde de loodgieter een lesje
leren. De rechter legde water geen gevangenisstraf op, maar verplicht
verblijf in de Nieuwe Maas, het Scheur en de Nieuwe Waterweg.
Doorstroming naar de Noordzee werd water ook toegestaan. Bij verder
weg vloeien zou water onder internationale jurisprudentie vallen. De
rechter voelde zich niet bevoegd daarover een uitspraak te doen.
Met
het verzoek van waters advocaat het zijn cliënt toe te staan over
Gods akker te loopen stemde de rechter in, met de nuancering dat de
verdachte in die gevallen direct uit wolken afkomstig diende te zijn. Over loopen over Gods akker uit besproeiingsmaterieel volgt later
uitspraak.
Op de vraag van de loodgieter waarom water opdrachten aan derden had verstrekt om over te gaan tot het veroorzaken van de schade en niet zelf tot actie was overgegaan, antwoordde waters raadsman dat explosieven en water een ongelukkige combinatie vormen, die het waarschuwend en afschrikwekkend effect van de aanslagen grotendeels teniet zou hebben gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten