Niets ging boven properheid
Ze waste haar handen kapot
Ze was een erg schone meid
Toch voelde ze zich ziek en rot.
Haar oksel zat net iets te hoog
Ze nieste in haar elleboog
Dat leek niet geciviliseerd
Toch had ze 't uit de krant geleerd.
Mien zat in haar nachtjapon
Te hoesten, zij had omikron.
Vandaar dat zij een list verzon
Zodat zij toch de hort op kon.
Slikt Mien Ivermectien misschien?
Mien wat slik je, hoehoe Mien?
Mien staarde naar de horizon,
En nam nog een lachgasballon.
De deur uit tegen elke prijs
Wat fraude dat kon weinig kwaad
Ze regelde een testbewijs
Want wilde rustig over straat.
Quarantaine dat was niks voor haar
Ze was er toch geen kluizenaar?
Twijfelend en in dubio
Bleef ze toch maar in haar studio.
Mien, zij had dus omikron.
Haar kuchje was niet echt bon ton
Ze ging zowat uit haar plafond
Omdat zij niet de hort op kon,
Wellicht hielp dit Mien misschien
Zelftests ze nam er tien
Omdat zij nooit eens rustig kon
Een plaat voor haar kop van beton.
Maar Mien hervond zichzelf al snel
Veroverde een rijke vent.
Naar zijn geld luisterde ze wel
Dus zeer gauw was ze ingeënt.
Haar pech echter de naald was vuil
Op haar bovenarm een grote buil
Ze vreesde en ze voelde reeds,
Geen omikron, nu had ze AIDS.
Mien dronk uit een zakflacon
Chartreuse tot ze niet meer kon
De prikker was nu haar demon
Tribunaal-vuurpeloton.
Heeft u haar soms gezien misschien?
Mien heeft geen Covid negentien.
Maar haar vent vindt haar niet meer lief
Want Mien is seropositief.
Mien is seropositief
Wat zegt u daarvan? Alstublieft.
Ze zuipt en snuift als Willem Kieft.
De goegemeente is ontriefd.
Nauwelijks levend, driekwart dood.
Slijt Mien haar dagen in de goot.
Eigenlijk is het getikt.
Dat Mien nog geen AIDS-remmers slikt.